# Objects

# Oefening Auto

Maak een object genaamd auto met de volgende eigenschappen:

  • merk: “Toyota”
  • model: “Camry”
  • jaar: 2022
  • kleur: “blauw”

# Eigenschap wijzigen

Verander de kleur van de auto in de vorige oefening naar “rood”.

# Waarde ophalen

Schrijf een script dat de merknaam van de auto in de vorige oefening ophaalt en weergeeft in de console.

# Eigenschap toevoegen

Voeg een nieuwe eigenschap toe aan het object auto genaamd brandstof en wijs deze de waarde “benzine” toe.

# Eigenschap verwijderen

Verwijder de eigenschap jaar uit het object auto.

# Oefening Persoon

Maak een nieuw object genaamd persoon met de volgende eigenschappen:

  • naam: “Anna”
  • leeftijd: 25
  • adres: {
    • straat: “Hoofdstraat”,
    • nummer: 123,
    • stad: “Stadsville” }

# Nested Property

Schrijf een script dat het straatnummer van het adres-object in de vorige oefening ophaalt en weergeeft in de console.

# Object uitbreiden

Breid het object persoon uit door de eigenschap telefoon toe te voegen met een willekeurig telefoonnummer.

# Object samenvoegen

Maak een nieuw object genaamd extraInfo met willekeurige extra informatie (bijvoorbeeld hobby, favorieteKleur, enz.). Voeg deze informatie toe aan het object persoon.

# Objecten vergelijken

Schrijf een functie die twee objecten vergelijkt en true teruggeeft als ze identiek zijn en false anders.

function zijnObjectenIdentiek(obj1, obj2) {
  // Implementeer de logica hier
}

const objectA = { a: 1, b: 2, c: 3 };
const objectB = { a: 1, b: 2, c: 3 };

console.log(zijnObjectenIdentiek(objectA, objectB)); // true
1
2
3
4
5
6
7
8

# Oefening Winkelwagen

Stel dat je een applicatie hebt waarin je een winkelwagen met items bijhoudt. Elk item heeft een naam en een prijs. Gebruik de ingebouwde methodes .keys(), .values() en .entries() om informatie weer te geven over de items in de winkelwagen.

const shoppingCart = {
  item1: { name: "Product 1", price: 20 },
  item2: { name: "Product 2", price: 30 },
  item3: { name: "Product 3", price: 15 },
};

// Gebruik Object.keys() om de namen van de items weer te geven
const itemNames = // vul hier aan
console.log("Namen van items:", itemNames);

// Gebruik Object.values() om de prijzen van de items weer te geven
const itemPrices = // vul hier aan
console.log("Prijzen van items:", itemPrices);

// Gebruik Object.entries() om zowel de namen als prijzen van de items weer te geven
const itemEntries = // vul hier aan
console.log("Namen en prijzen van items:", itemEntries);
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
15
16
17

Breid het object shoppingCart uit met een aangepaste methode genaamd calculateTotal, die de totale prijs van alle items in de winkelwagen berekent. Roep deze methode aan en toon de totale prijs.

const shoppingCart = {
  items: [
    { name: "Product 1", price: 20 },
    { name: "Product 2", price: 30 },
    { name: "Product 3", price: 15 },
  ],

  // Aangepaste methode om totale prijs te berekenen
  calculateTotal: function () {
    // vul hier aan
  },
};
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12

Roep deze functie nu ook op.

# JSON

# JSON-object maken

Maak een JSON-object genaamd student met de volgende eigenschappen:

  • naam: “Alice”
  • leeftijd: 22
  • cijfers: [90, 85, 95]
  • isActief: true

# JSON-array met objecten

Maak een JSON-array genaamd personen met twee objecten. Elk object moet de volgende eigenschappen bevatten:

  • voornaam: (kies een naam)
  • achternaam: (kies een naam)
  • leeftijd: (kies een leeftijd)
  • adres: een object met de eigenschappen straat, stad, land

# JSON-conversie

Gegeven het JavaScript-object auto:

const auto = {
  merk: "BMW",
  model: "X5",
  bouwjaar: 2020,
  isNieuw: true
};
1
2
3
4
5
6

Converteer dit object naar een JSON-string en sla het op in een variabele genaamd jsonAuto.

# JSON-validatie

Maak een functie IsJSONStringWellformed om te controleren of de volgende JSON-strings goed gevormd zijn. Geef true terug als de JSON goed gevormd is, en false anders. tip: gebruik JSON.parse().

a. '{"name":"John","age":25,"city":"New York"}'
b. '{"firstName:John","lastName":"Doe"}'
c. '{"color":"red","wheels":4,"engine":{"cylinders":6,"size":3.6}}'
1
2
3

# JSON naar JavaScript

Gegeven de JSON-string:

json

'{"type":"fruit","name":"apple","color":"red","quantity":3}'

Gebruik JSON.parse() om dit te converteren naar een JavaScript-object en sla het op in een variabele genaamd fruit.

# Complexe JSON-objecten

Maak een JSON-object met complexe eigenschappen. Bijvoorbeeld, een universiteit object met eigenschappen zoals naam, afdelingen (een array van objecten met naam en faculteit eigenschappen), enz.

# JSON-array met diverse datatypes

Maak een JSON-array met verschillende datatypen. Bijvoorbeeld, een array met een getal, een string, een boolean, en een ander JSON-object.

# Nested Arrays

Maak een JSON-object met een eigenschap genaamd klasgroepen, die een array van arrays is. Elke nested array moet de namen bevatten van studenten in een bepaalde klasgroep.

# JSON-Object met Methodes

Maak een JSON-object genaamd persoon met eigenschappen zoals naam en leeftijd, en een methode genaamd verjaar die de leeftijd met 1 verhoogt.

{
  "naam": "John",
  "leeftijd": 30,
  "verjaar": function() {
    this.leeftijd++;
  }
}
1
2
3
4
5
6
7
© 2025 Arteveldehogeschool Laatst bijgewerkt: 22/11/2023 13:01:52